Holmium laser enucleatie van de prostaat (HoLEP)
Wat is de prostaat?
De prostaat is een kastanjegrote klier die zich bevindt rond het begin van de plasbuis, net onder de blaas. De prostaat produceert het zaadvocht dat bijdraagt tot de vruchtbaarheid van de man. Dit zaadvocht komt bij een ejaculatie samen met de zaadcellen naar buiten. De werking van de prostaat wordt beïnvloed door testosteron, een hormoon dat geproduceerd wordt door de teelballen.

Welke klachten geeft een goedaardige prostaatvergroting?
Bij een goedaardige prostaatvergroting is er een volumetoename van prostaatweefsel (adenoom). Hierbij kan de plasbuis (urethra) worden dichtgedrukt waardoor lagere urinewegsymptomen (Lower Urinary Tract Symptoms, LUTS) kunnen ontstaan. Typische klachten zijn: verminderde straal, gevoel van onvolledig leegplassen, plassen in meerdere tijden, 's nachts moeten opstaan om te plassen, nadruppelen, moeizame mictiestart, dringende plasjes, … Bij patiënten met een forse prostaatvergroting kan een acute retentie (plotse onmogelijkheid tot plassen) ontstaan met hevige onderbuikspijn. Dit is een urologische urgentie waarbij dringende drainage van urine noodzakelijk is.
Bij mannen met beginnende prostaatklachten wordt doorgaans eerst medicatie opgestart alvorens een ingreep wordt voorgesteld. Wanneer medicatie onvoldoende beterschap brengt of geen optie is kan een heelkundige behandeling een volgende stap zijn. Mogelijke ingrepen voor prostaatvergroting zijn: transurethrale resectie van de prostaat (TURP), open hemostatische prostatectomie, endoscopische behandeling van de prostaat met laser (vb HoLEP,…)
Wat is Holep?
Bij een HoLEP (Holmium Laser Enucleatie van de Prostaat) wordt het vergrote adenoom via de plasbuis verwijderd met behulp van laserenergie. Als je de prostaat zou vergelijken met een sinaasappel, wordt het vruchtvlees verwijderd, terwijl de schil van de prostaat ter plaatse blijft (enucleatie). In tegenstelling tot de klassieke transurethrale resectie van de prostaat (TURP) worden hierbij geen kleine stukjes “weggeschraapt”, maar wordt het vruchtvlees in zijn geheel of in 2 of 3 volledige kwabben geënucleëerd. Om deze grotere stukken via de plasbuis te kunnen verwijderen worden deze eerst in de blaas “gemorcelleerd” (d.w.z. in stukjes gesneden) en nadien opgezogen. HoLEP wordt vooral aanbevolen voor grote prostaatvolumes (>80 ml) als alternatief voor de open abdominale prostatectomie, bij patiënten met matige tot ernstige LUTS-klachten.

Wat zijn de voordelen van HoLEP?
Deze ingreep heeft een aantal belangrijke voordelen:
Kortere catheterisatie- en hospitalisatieduur. De blaassonde die tijdens de ingreep wordt geplaatst dient slechts 1 of 2 dagen ter plaatse te blijven, waardoor de hospitalisatieduur ook korter is dan bij een klassieke TURP.
Lager bloedingsrisico. De laser brandt tijdens de resectie onmiddellijk de omgevende bloedvaatjes dicht, waardoor er tijdens de procedure minder bloedverlies optreedt en er minder bloedingscomplicaties zijn postoperatief.
Een open ingreep wordt hierdoor vermeden. Het postoperatief herstel is dus korter en de patiënt heeft achteraf geen litteken t.h.v. de onderbuik.
Een gelijktijdige behandeling van blaas(- en/of nier-)stenen is technisch gemakkelijker, aangezien dit ook met dezelfde laser kan worden uitgevoerd.
Postoperatief verloop
Net na de ingreep heeft de patiënt een blaassonde met continue spoeling om het vormen van bloedklonters tegen te gaan. De aanwezigheid van deze sonde kan tijdelijke ongemakken veroorzaken zoals: pijn in de onderbuik, vals gevoel te moeten urineren, beperkte mobiliteit, …
In de meeste gevallen kan de blaassonde op de eerste postoperatieve dag reeds worden verwijderd en kan de patiënt eveneens worden ontslagen uit het ziekenhuis. Wanneer de urine na de ingreep nog wat bloederig is of wanneer de patiënt koorts ontwikkelt, kan het nodig zijn de blaassonde wat langer ter plaatse te laten.
Gedurende de eerste weken na de ingreep kunnen volgende klachten voorkomen:
Hematurie (bloed bij de urine). Dit is een normaal gevolg van de ingreep en kan tot zelfs 6 weken na de ingreep optreden.
Tijdelijke stressincontinentie (urineverlies bij inspanningen). Dit is zowel het gevolg van de manipulatie tijdens de ingreep, alsook van een verzwakte sluitspier. Wanneer dit urineverlies niet spontaan betert wordt bekkenbodemkinesitherapie voorgeschreven om de sluitspier te verstevigen.
Urgeklachten (moeite met uitstellen van de plas). Dit is doorgaans een tijdelijk verschijnsel dat na een aantal weken spontaan verbetert. Indien deze klachten blijven aanhouden wordt hiervoor medicatie voorgeschreven (anticholinergica).